‘We zijn niet allemaal exhibitionisten’
Amerikaanse Google-criticus Siva Vaidhyanathan hekelt privacyregels van internetdiensten
Google en Facebook moeten hun privacybeleid snel verbeteren, vindt mediaprofessor Siva Vaidhyanathan. De regels zijn nog ondoorzichtig.
Amsterdam, 30 okt. Siva Vaidhyanathan heeft zich nooit aangemeld voor Farmville, de populaire virtuele boerderij van sociaal netwerk Facebook. Toch kent Farmville Vaidhyanathan. „Dat spelletje weet van alles van me, alleen omdat mijn zus het speelt..”
Drie van de tien populairste Facebook-apps spelen ongevraagd gegevens door, werd onlangs bekend. Dat illustreert volgens de Amerikaanse cultuurhistoricus Vaidhyanathan dat Facebook het begrip privacy niet begrijpt. Net als meer internetbedrijven, vertelt Vaidhyanathan. Hij was deze maand in Nederland om een lezing te geven over privacy en zijn nog te publiceren boek, The Googlization of Everything.
De ophef over Facebook en Google-diensten als Street View ziet Vaidhyanathan als een bewijs dat privacy niet dood is. „Dat er een handvol exhibitionisten is die op internet vertellen met wie ze naar bed zijn geweest en welke drugs ze hebben gebruikt, betekent nog niet dat er geen mensen meer zijn bij wie privacy van levensbelang is.” Bijvoorbeeld: „Google past zijn advertenties aan op je zoektermen. Wat nu als een homohatende vader ontdekt dat zijn zoon informatie over homoseksualiteit zoekt?”
Nog gevaarlijker kan het zijn als overheden informatie opeisen bij internetbedrijven. In China zit journalist Shi Tao sinds 2005 in de cel omdat hij een partijdocument naar een Amerikaanse democratiewebsite had gemaild. Om zaken te blijven doen in China gaf Yahoo de vereiste informatie. Vaidhyanathan waarschuwt voor zelfgenoegzaamheid in het democratische Westen: „Denk er aan dat de situatie snel kan veranderen. In de jaren dertig vond niemand het een probleem dat Nederland de religie van burgers registreerde. Totdat de nazi’s kwamen.”
Wat weten Google en Facebook van hun gebruikers?
„Google wil weten wat je leest, koopt, waar je op vakantie wilt. Facebook is anders. Dat netwerk wil weten hoe oud je bent, naar welke scholen je bent gegaan, wie je vrienden zijn. Het doel van beide bedrijven is om gerichte advertenties aan te bieden. Eigenlijk zou Facebook daar beter in moeten zijn.”
Hoe gaan deze bedrijven om met privacy?
„Google geeft de mogelijkheid te worden uitgesloten van dataverzameling en is trots op die keuzevrijheid. Maar je moet er zelf achter komen. Het is niet dat je, als je voor het eerst bij Google komt, een video krijgt te zien waarin wordt uitgelegd: welkom bij Google, we gaan deze gegevens van je verzamelen en dit is hoe je daar niet aan meedoet. Wat oneerlijk is, is dat Google uitdraagt dat mensen het eens zijn met de voorwaarden. Dat is niet zo.”
En Facebook?
„De mensen bij Facebook begrijpen niet waar hun gebruikers zich druk om maken. Facebook-oprichter Mark Zuckerberg zei eens dat je geen verschillende gezichten moet hebben. Absurd!
„Alleen iemand die nog nooit een echte baan heeft gehad, kan zo iets zeggen. Natuurlijk gedraag je je anders op je werk dan bij je familie. Bij je vrienden in de kroeg heb je weer een derde houding. We beheren onze reputatie in verschillende situaties.
„Het probleem is dat Facebook dat door de war gooit. Als ik iets op Facebook plaats voor vrienden in Amsterdam, kan mijn moeder dat ook zien.”
Internetgebruikers hebben toch ook een eigen verantwoordelijkheid?
„Ja, maar het is geen eerlijke keuze. Als je je aanmeldt bij Facebook, ga je akkoord met een contract, maar je kunt niet onderhandelen over de voorwaarden. Daarbij zijn de voorwaarden te ondoorzichtig geformuleerd. De gebruikersovereenkomst van het muziekprogramma iTunes was vijf-en-zes-tig pagina’s.
„Ik heb het niet gelezen toen ik het installeerde, terwijl het mijn werk is. Het is oneerlijk om te verwachten dat iedereen al die juridische taal gaat leren.”
Moeten mensen op internetles?
„Dat lost het probleem niet op. Ik zou graag zien dat wereldwijd wetten worden ingevoerd waarin staat dat gegevens over gebruikers alleen wordt verzameld als ze daar expliciet mee akkoord zijn gegaan: de knop moet uitstaan totdat iemand die aan zet. Bedrijven zullen dat niet uit zichzelf doen.”
Is er een internetbedrijf dat zich wél voorbeeldig gedraagt op het gebied van privacy?
Siva Vaidhyanathan lacht. „Oh boy.” Hij zucht en denkt twintig seconden na. „Ze gedragen zich allemaal het zelfde. Amazon, Apple, MySpace. Allemaal” .
Siva Vaidhyanathan
De Amerikaanse hoogleraar Siva Vaidhyanathan (1966) doceert media en rechten aan de universiteit van Virginia. Hij schreef meerdere boeken over internetrecht, zoals Copyright and Copywrong (2001). Dat beschrijft hoe strenge regels over intellectueel eigendom een bedreiging vormen voor de creativiteit.
Gepubliceerd op 30 oktober 2010 in NRC Handelsblad